Concert review by Jazzenzo
CONCERTRECENSIE Ghasem Batamuntu and the M.P.A.C. Factor -E-. Amsterdam, Bimhuis, 21 januari 2009
Ghasem Batamuntu is volgens zichzelf geen jazzartiest. Hij wordt door velen wel zo gezien, zodat er een etiket op zijn voorhoofd kan worden geplakt. Jazz vormt zeker een belangrijk onderdeel van zijn geschiedenis en muzikale identiteit, en daarom is dit etiket ook niet zo gekozen. Liever echter wordt de saxofonist als een ‘multimedia performer’ gedefinieerd.
Batamuntu’s optredens zijn immer een belevenis. Hij betrekt een grote hoeveelheid etnische culturen, muzikale culturen, kunsten en mediavormen in zijn shows. Het is terecht dat de bestempeling van enkel het muzikale genre jazz zijn culturele veelzijdigheid te kort doet. In het Bimhuis werden op een gigantisch gordijn slow-motionfilmpjes geprojecteerd van bewegende lichamen, grafische vormen of een voortbewegende rog; tijdens de tweede set waren het voornamelijk impressies van Miles Davis. Het publiek hoorde totaal uiteenlopende instrumenten variërend van een hammond tot Braziliaanse percussie, van een dwarsfluit tot West-Afrikaanse percussie en van tabla drums tot de Japanse Sho-fluit (met elektronische effecten). Verder was er een soulzangeres, rapper, dichter en een danseres. Batamuntu organiseerde een orgie van kunstvormen en wist er op bewonderenswaardige wijze een eenheid van te creëren.
‘Via de combinatie van verschillende media en culturen kom je pas tot de waarheid die dankzij vele opgelegde restricties van de zakenwereld wordt achtergehouden’, aldus Batamuntu. Door middel van multimediaprojecten als deze doorbreek je de vloek van de beperkingen. Of er nu een hallelujah-stemming ontstond of dat mensen het licht zijn gaan zien in het Bimhuis, is wat overdreven; feit is dat de samenkomst tot een boeiend optreden resulteerde. Als iedere artiest, met welke achtergrond dan ook, iets interessants te vertellen heeft, moet er wel iets opwindends ontstaan. Zeker als de dirigent Batamuntu een duidelijke visie heeft over de organisatie van stukken.
Vanuit gedichten van Will Alexander leidde de dirigent het gezelschap op gestructureerde wijze naar goed samenspel en interacties. Elke compositie was opgeschreven, maar Batamuntu liet zich voornamelijk verleiden door de sfeer, verrassende geluiden of de videobeelden. Voornamelijk tijdens het eerste nummer zocht hij constant met zijn ogen naar nieuwe geluiden om vervolgens een greep te doen uit een indrukwekkende hoeveelheid van veelal Afrikaanse instrumenten op de tafels naast hem, of door anderen te instrueren tot muzikale inbreng.
Er ontstond een vaak wat hypnotiserend geheel, dat werd afgewisseld met lekkere funk. Bassist Johnny Tevreden speelde ontzettend strak tijdens de opzwepende stukken. Gecombineerd met de felle uitschieters van percussionisten Louise Perillo en Mamur Seck en de scheuren van gitarist Franky Douglas ontspon zich een heerlijk sferische eenheid. De eerste set, maarliefst 130 minuten lang, bestond voornamelijk uit composities van Batamuntu. De tweede set werd opgedragen aan Miles Davis; stukken van de trompettist vormden de basis van toegankelijke, dansbare muziek. ‘My Ship’, gezongen door Raffaëlla Herbert, was een hoogtepuntje. Soms maakte voornamelijk Batamuntu uitstapjes naar de freejazz; hij jamde ooit nog eens met Pharoah Sanders en Archie Shepp.
Cultuur- en kunstbestuiving is niet iets nieuws. Je ziet het alleen weinig; zeker niet in een grote opzet als ‘Ghasem Batamuntu and the M.P.A.C. Factor -E-’. Het was jammer dat het niet bijzonder druk was; Batamuntu was ook zichtbaar teleurgesteld. Een feestje werd het zeer zeker; zijn drie jaar geworden dochter vierde haar verjaardag de gehele tweede set dansend op het podium.